
Graantje korrel

Kom naar de Pikkeling, zit mee op de kar met Graantje korrel en zing mee! Je vindt Graantje op zaterdag en zondagnamiddag tijdens de veldactiviteiten, de parade en de optredens, maar evengoed in het kinderdorp en bij de kinderverstelster.
Het verhaal van kiem tot pikkeling
Het lied van graantje korrel
Hallo!
Mijn naam is Graantje. Ik ben een graankorrel. Normaal ben ik een heel klein zaadje. Maar toen ik net geboren was, ben ik in een ketel val pikkelingbier gevallen! Daardoor ben ik nu heel groot en kan ik met jou praten. Gek hé? Tijdens de Pikkeling zal ik je vertellen hoe een graankorrel groeit van kiem tot pikkeling. Daar weet ik immers alles van.
Een aantal dingen kan ik al verklappen. Zo groeit een kiem in de aarde. Het is er donker, maar we hebben geen schrik. Eerst gaat een kiem heel hard groeien. De schil valt dan zachtjes af. De kiem wordt al snel een groen stengeltje. Een groen sprietje komt piepen uit de grond.
Het sprietje blijft maar groeien. En dan gebeurt het. Je mag ons oogsten. Vandaag gebeurt dat met machines. Vroeger nog met pik en haak. Onze gepikte halmen vallen neer op de grond. Zo'n bundeltje halmen heet een pikkeling. Vandaar de naam van het oogstfeest: De Pikkeling!
Dan zijn we rijp voor de oogst. Een nieuwe stap in ons avontuur. Een aantal gepikte halmen liggen op de grond. Je ziet ze op de Pikkeling gebonden. Dat heet een schoof. Wat een mooi Nederlands woord. De boer mag de laatste schoof 'pikken. Sommigen zeggen dat er altijd kwade geesten zitten in die laatste schoof. Geloof jij dat? Ik niet hoor..
Vaak werd die dan versierd in de vorm van een haan. Een haan is het symbool van de vruchtbaarheid en zegt kukelelu. Die hing de boer dan aan de laatste kar die hij naar zijn schuur bracht. Zo wist iedereen dat de oogst van die boer 'binnen' was.
Nu is het tijd voor het dorsen. Dat verdient een woordje uitleg. Dit gebeurde tijdens de rustige wintermaanden. Op de dorsvloer werden de schoven ontbonden. Met de vlegel werden de graankorrels uit de graanhalmen 'gevlegeld. De verspreide graankorrels werden dan bijeengeveegd. Het graan moest nu gezuiverd worden. Het stof, het kaf en de kleine strodeeltjes moesten 'weggeblazen' worden. Het kaf werd dus van het koren gescheiden. Dat is ook een spreekwoord. Nu ken je ook de oorsprong ervan. Het graan werd dan in zakken geschept.
Nu is het de beurt aan de molenaar. De molenaar maalt graan tot bloem. Dat gebeurt in een molen. Geen schrik, we gaan niet kapot hoor. We zijn er nog steeds, nu in de bloem. Heel voedzaam! Van bloem wordt brood gemaakt.
Tijd om te bakken. Dat kan met bloem. De oven was vaak een gemetseld bijgebouwtje op de boerderij. Kleine gedroogde takkenbossen verwarmden de over voor. Bij de gepaste temperatuur werd het bewerkte deeg in de oven gebracht. Met de overschotjes werden kleine broodjes gebakken. Dit zijn de alom geprezen ovenkoeken. Smullen maar!
Tot op de Pikkeling!
Graantje de graankorrel
Vandaag word ik gevierd, ’t is feest voor groot en klein.
Mijn naam is Graantje Korrel, op de Pikkeling moet je zijn.
Een boordevol programma en alles draait om mij,
kom en geniet maar mee, op onze grote wei.
Ik ben Graantje Korrel en woon op ’t platteland.
Het liefst van al zit ik in de boer zijn rechterhand.
Hij zwaait me met een zwier, lustig in het rond,
en ik speel dan verstoppertje, in de volle grond. (refrein)
Al heel snel kom ik piepen, maar ’t is te koud en nat.
‘k Wacht dan toch veel liever op de zon en meer van dat.
In de lente groei ik pijlsnel tot wel een meter hoog,
en als de zomer komt, dan blijft het beter droog. (refrein)
’t Is wachten op de oogst, dat is elk jaar weer stressen.
We worden neergemaaid, met veel zeisen en messen.
Gebonden tot een schoof en dan weer rechtgezet,
uitdrogen in de zon, welnee dat is geen pret. (refrein)
Brutale vlegels dorsen ons, dan allemaal uit elkaar.
Kaf en koren zijn dan niet langer korenaar.
Gemalen door de molen, we gaan eraan kapot,
maar ik mag naar ’t volgend jaar, ik won het grote lot. (refrein)
Ik ben uitverkoren, ik mag weer naar de akker.
De anderen worden meel, broodnodig voor de bakker.
Gemengd, gekneed, gerezen, gaan wij in de oven,
van de bruingebakken korst is iedereen ondersteboven! (refrein)