Vaste waarden, historiek, hoeves.
De Pikkeling bestaat nu 54 jaar en heeft diepe wortels in de Faluintjesstreek. Ontdek de vaste waarden van ons oogstfeest, duik mee de geschiedenis in en bekijk hoe de Pikkeling ontstaan is en tot zijn huidige vorm is gekomen. Wat is 'een pikkeling'? Ook dat kom je te weten. Leer de verscheidene hoeves binnen onze Faluintjesgemeente kennen, waar de Pikkeling beurtelings te gast is.
Wat is 'een pikkeling'?
Na maanden voorbereidend werk van de landbouwer, komt het hoogtepunt dat jaarlijks gevierd wordt op het pikkelingfeest: de oogst.
Met pik en haak worden de graanhalmen gemaaid per schoof. De ongebonden schoven worden zorgvuldig neergelegd. De neerliggende halmen zijn in oorsprong een “Pikkeling”. Hierna – meestal gebeurt dit door de vrouwen – worden deze schoven vastgebonden. Dit gebeurt met een handgreep strohalmen, die in het midden van de schoof vastgesnoerd wordt. Dan worden de schoven rechtgezet zodat deze nog een paar dagen kunnen drogen.
Dit gebeurt door het centraal rechtzetten van een schoof, waarrond dan nog een aantal schoven schuin worden geplaatst, zodat een eventuele windstoot deze schoven niet zomaar kan omver blazen. Deze werkzaamheid noemt men het stuiken. De rechtgezette en te drogen staande schoven tezamen noemt men vaak een “tienling” omdat vaak 10 schoven werden rechtgezet. Dit hele gebeuren – pikken – binden – stuiken – vormt uiteraard het centrale gedeelte van het feest.
De historiek van De Pikkeling
voor 1970
Hoe het allemaal begon met de ‘Faluintjes’
‘De Faluintjes‘ zijn in de wijk Klaarhaag gekend als het moerassige gebied rond de Molenbeek tussen Meldert-vijver en het Moorsels Waterkasteel. Oudere mensen spraken de naam uit met een –V-, zij spraken van ‘De Valoïntjes‘, wat bij velen het vermoeden wekt dat die –V– wel eens zou kunnen staan voor de –V– van ‘vallei‘, met een dialectische eindklank die nauwelijks fonetisch weer te geven is.
Lambert Van de Sijpe zaliger woonde al een paar jaar in Meldert in de Putstraat. Geboren en getogen in Vlierzele wou hij indertijd als jonge productieleider bij de toenmalige BRT zich settelen, liefst op het platteland, maar toch niet te ver van de BRT-gebouwen. Dat werd dus Meldert. En ja: Lambert was een vrij sociaal man met een retorisch vermogen waar iedere toehoorder met be- en verwonderende oortjes naar luisterde. Maar vooral: de BRT had toen nog dat magische dat als onaantastbaar werd beschouwd. Met veel luister werd Lambert daar in Meldert de emanatie van, zeker toen hij met zijn ‘Plant-een-boomactie‘ de latere groene beweging de loef afstak. En toen hij ook op gemeentelijk politiek vlak zekere interesses begon te tonen, vloeide daar, via de Hoogmiscontacten in het café ‘Mollens‘, alras een duidelijk engagement uit voort. Dit deed hij tegen de gevestigde macht in, bij de ‘Rode Partij’, omdat Mollens toevallig de thuisbasis was van de toenmalige oppositie. Lambert werd van dan af een Melderts iconoclast.
Weet nu wel, beste lezer, dat de naam ‘Rode Partij’ niets vandoen had met ‘socialisme’, net zo min als dat de toenmalige meerderheid, de ‘Blauwe Partij’ iets met liberaal te maken had en net zo min als de Moorselse Witte of Zwarte Partij ook maar iets te maken had met wit en zwart uit de Tweede Wereldoorlog.
Maar Lambert ging dus scheep met de ‘Rooien’, toen zeker nog niet beseffend waartoe al die gemeentelijke rode energie zou leiden. En 1970 kwam er aan. Het zouden de laatste verkiezingen worden van een autonoom Meldert. Lambert zocht naambekendheid, want ‘Meldert Morgen’ – zo heette de toenmalige ‘rode‘ partij – zou nu, in tegenstelling met 1964 waar de ‘Rooien’ niet eens weerwerk hadden geboden, met een sterk team uitpakken met namen als Lambert, Seppen, Walter, Frans, Roger, Waar, Gaston…
Maar hoe moest Lambert zich binnen die autochtone gemeenschap positioneren en profileren? Hij had geen plaatselijke familieachterban, wat een grote handicap betekende in zo een kleine dorpsgemeenschap. En hij had dan wel de BRT en zijn retorisch talent gekoppeld aan visie als referentie, maar daarmee koop je geen stemmen, vreesde hij. En dus wou hij ook als organisator een stempel drukken. Zou een oogstfeest geen goed idee zijn? Zo een Breugeliaans feest met dans en muziek en in authentieke kledij? Wat dachten Waar en Toine en Hermine en Fong en Eugeen en Bert en Maurice daarvan? Ze vonden het niet slecht, meer nog, ze waren allen enthousiast. De kiemen van de Pikkeling waren gelegd. Oh, eerst nog heel kleinschalig, met een buurtfeest o.a. in de Klaarhaag – Harriët van Doris kwam eerst platte kaas te kort en daarna moest zelfs haren helen bol Hollandse Kaas er aan geloven. Het jaar daarop werden de ‘Pikfeesten‘ boven de doopvont gehouden, niets kon dat nu nog tegenhouden, zelfs niet die allereerste uitgeregende druilerige zondagmiddag ergens eind juli. Het zou van dan af steeds crescendo gaan, en met vaste structuren.
1970
VVV De Faluintjesstreek
Als gevolg van de hierboven geciteerde activiteiten nam wijlen EH Pastoor Callant een initiatief en bracht hij in 1969 een aantal verantwoordelijken uit de gemeenten Baardegem, Meldert en Moorsel rond de tafel met de bedoeling een middel te vinden om deze landelijke gemeenten voor de steeds sneller voortschrijdende verstedelijking te vrijwaren. Bij deze ontmoeting groeide het idee om via een Vereniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV) zachte vormen van toerisme te gaan promoten en aldus van de landelijkheid van deze gemeenten een soort handelsmerk te maken.
Begin 1970 werd de vzw VVV De Faluintjesstreek daadwerkelijk opgericht. Men noemde de vereniging naar het gelijknamige natuurgebied tussen de Abdij Affligem en het Waterkasteel te Moorsel. Niet evident, want in eerste instantie werd de naam ‘Kravaal‘ vooropgesteld, maar sommigen vonden deze naam te beperkend, want te veel gefocust op Meldert alleen. Uiteindelijk werd de naam ‘Faluintjes’ weerhouden omdat dit gebied Meldert, Moorsel en zelfs een stukje Affligem behelsde.
Pikfeest
Als eerste realisatie van deze vzw werd datzelfde jaar onder impuls van wijlen voorzitter Lambert Van de Sijpe – de Meldertse Tv-producer die ondertussen naam had gemaakt met zijn ‘Plant een boomactie’ – het eerste oogstfeest, ‘Pikfeest’ genoemd, op ‘Hof te Putte’ te Meldert ingericht. Spijts het slechte weer bleek dit oogstfeest een succesformule en besloot men om dit oogstfeest elk jaar om beurt in een van de deelnemende gemeenten in te richten. De tweede editie kwam er te Baardegem op ‘Hoeve Loereman’, een derde editie op ‘hoeve Muylaert’ te Moorsel. Ondertussen waren ook enkele verantwoordelijken uit de gemeente Herdersem tot de vereniging toegetreden en werd de Faluintjesstreek definitief gevormd door deze vier gemeenten, thans deelgemeenten van Aalst. Het volgende ‘Pikfeest’ ging door te Herdersem op ‘Hoeve Van Nuffel’. Sindsdien werd de benaming ‘Pikkeling’ aan het oogstfeest gegeven: een traditie die heden nog steeds een stijgend succes kent, was geboren..
Sinds het midden van de 70-er jaren werd de formule her en der in het Vlaamse land gekopieerd. Ondertussen is deze ‘Pikkeling’ uitgegroeid tot een feest met internationale bekendheid en werd als belangrijk onderdeel de internationale folklore als podiumgebeuren aan het oogstfeest toegevoegd.
lid van CIOFF
Sedert 1990 werd het folkloregebeuren internationaal erkend en werd de Pikkeling lid van het CIOFF, het ‘Centre International des Organisators des Festivals Folkloriques’, een wereldwijde organisatie – onder de auspiciën van de UNESCO – die zich inzet voor de bekendmaking en verspreiding van de internationale folklore en cultuur, gericht op vrede en geweldloosheid. Sedertdien werd de datum voor de Pikkeling definitief vastgepind op het laatste weekeinde van juli. En ja, nu zijn er een hele resem Faluintjessamenstellingen: van Faluintjesland en Faluintjesweiden tot Faluintjesschool en Faluintjesbelbus, van Faluintjesstraat en Faluintjesstreekproduct tot Pasar Faluintjes en Heemkundige Kring De Faluintjes…Het zijn er meer dan vingers op twee paar handen.
Immaterieel Erfgoed
Minister van Cultuur Sven Gatz heeft vijf elementen toegevoegd aan de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. Hierbij onder andere het oogstfeest De Pikkeling uit de Aalsterse Faluintjesstreek. Bekijk hier het artikel.
Het interactief platform www.immaterieelerfgoed.be fungeert als een ontmoetingsplaats voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen. Organisaties en personen maken er zich bekend. Het is een inspiratiebron, kennisbank en contactforum voor al wie immaterieel cultureel erfgoed mee een toekomst wil bieden. Dit erfgoed wordt hier in kaart gebracht, verspreid en doorgegeven. We noemen dit borgen: erfgoed veilig stellen voor de toekomst en er ook de passie voor delen en beleven.
Jaarlijks vindt in de Faluintjesstreek – afwisselend in de Aalsterse deelgemeenten Baardegem, Herdersem, Meldert en Moorsel – eind juli een oogstfeest plaats, genaamd ‘de Pikkeling’. De belangrijkste bestanddelen ervan zijn traditionele dans en muziek uit diverse landen, internationale folklore, veldactiviteiten en streekgastronomie.
De Pikkeling groeide sinds 1970 uit tot een zeer sterk gedragen traditie, helemaal ingebed in de lokale gemeenschap van de Faluintjesgemeenten. Het is een goed georganiseerde en stabiele organisatie met een ruime betrokkenheid van de lokale gemeenschap, die steun geniet van de lokale handelaars, overheid en pers. Van plaatselijk gastgezin tot buitenlandse volksdanser, van het maken van een bloementapijt tot het leren bakken van ovenkoeken, van technische ploeg tot muzikant, van doorgewinterde ambachtslui tot ‘vlegelaars in opleiding’, van plaatselijke jongeren achter de bar tot bezoeker van de andere kant van het land: de Pikkeling is een volksfeest waar groot en klein, oud en jong, behoudsgezind en vooruitstrevend zijn gading vindt.
Koninklijke vereniging
Na 50 jaar mogen we ons voortaan een koninklijke vereniging noemen. De voorbije 50 jaar groeide ons oogstfeest uit tot het tweede grootste event in Aalst.
De hoeves
Elk jaar vindt de Pikkeling plaats in 1 van de Faluintjesgemeenten. Afwisselend gaan we door Moorsel, Baardegem, Herdersem en Meldert. Hiervoor wordt een landgoed geselecteerd met genoeg grond en weide.
Herdersem - Broekstraat 18
Torenhof van familie Lambrecht - De Vylder
In 1883 vestigden Emiel Van Nuffel en Philomena De Brandt zich in een kleine bescheiden woning met ernaast een stukje grond dat op deze locatie door de ouders van de echtgenote, Ludovicus De Brandt en Maria De Bom, voor hen werd aangekocht. Al spoedig bouwden de jonggehuwden enkele kleine stallingen aan en breidden gaandeweg ook het woonhuis verder uit. Op de linkervleugel van het terrein werden begin 1900 een schuur, een koeien-, paarden- en varkensstal opgetrokken. Deze gebouwen staan er momenteel nog. Naast het landbouwbedrijf begon Emiel Van Nuffel ook een handel in meststoffen en veevoeders.
Hun enige dochter Maria Van Nuffel, in 1915 gehuwd met Alfons Lambrecht, erfde het hele bedrijf. Enkele jaren na hun huwelijk, in 1931, werd het ouderlijk bouwvallig huisje afgebroken en vervangen door een indrukwekkende woning van drie bouwlagen en met een torentje. Vandaar de naam ‘Torenhof’.
In 1948 werden hun oudste zoon Jozef Lambrecht en zijn echtgenote Maria De Wilde eigenaar en hadden er een bloeiend landbouwbedrijf. Het bedrijf en alle gebouwen werden na hun pensionering overgenomen door hun zoon Etienne Lambrecht, gehuwd met Lucia De Vylder, die er eveneens tot een paar jaar geleden een landbouwbedrijf uitbaatte.
Moorsel - Ravenakkerstraat 28
Molencauterhoeve van de familie Moens
In de directe omgeving van waar zich ooit de eerste windmolen van Moorsel bevond, is de Molencauterhoeve gesitueerd. Volgens oude kaarten uit de 17e eeuw stond deze houten molen op de hoek van de huidige Geensbeekstraat en de Beukennotenbosstraat op het erf achter Vossenshof. Het molenhuis bevond zich aan de overkant van de straat, op de hoek van de Geensbeekstraat en de Kortenbosdries. In het landboek van Moorsel van het jaar 1636 staat de Molencauterhoeve reeds aangeduid op de percelen ‘Molencauter’, horende tot Moorsel Kapittel – Land van Dendermonde (het vroegere Gevergem).
Eens de hoeve binnengewandeld en de drukke Ravenakkerstraat de rug toegekeerd, overvalt je een oase van rust. Een prachtig panorama strekt zich uit vanaf de landerijen tot het Kravaalbos met enkele glooiingen als overgang naar het Brabants landschap, waardig om geklasseerd te worden als beschermd vergezicht. Achter de weiden bevindt zich een voetweg dat splitst in een paadje dat de Leirekensroute dwarst en zich zo naar de Konijnaarde begeeft en een paadje dat van de Beukennotenbosstraat naar de Heidebosstraat loopt.
De schuur en de stallingen van de hoeve zijn goed bewaard gebleven. In 1959 heeft echter een gedeelte van het oude woonhuis plaats gemaakt voor een nieuwbouw. De eeuwenoude waterput is nu overdekt en bevindt zich onder de huidige keuken. De vautekelder is nog steeds intact. De oude boerenwoonkamer met restanten van vakwerk werd in ere hersteld en is voortaan een gezellig vertrek om te vertoeven op een zomerse avond.
Baardegem - Zwanenneststraat 2
Hoeve Zwanennest
van de familie Van Den Bossche
De oorspronkelijke hoeve dateert waarschijnlijk van het begin van de 12de eeuw. Ze ontstond hetzij als versterkte hoeve ter verdediging van de hertogelijke rechten in het grensgebied van Brabant, hetzij als vestiging van de Berthouts uit Grimbergen. Maar dit kan niet met zekerheid bevestigd worden. Later werd deze hoeve als winhof gebruikt.
Vanaf het 2de kwart van de 16de eeuw kunnen we de bewoners met zekerheid benoemen. Leenman Caerlen van Immerzeel en diens achterleenman Frederic van Cuyct die in zijn verklaring van 1536 duidelijk thoff te zwanenneste vermeldt.
In 1622 werd het hof eigendom van Adrianus van Zinnicq. De hoeve bleef in het bezit van de familie tot 1911 en werd dan verkocht aan de familie Willems. Van de familie Willems ging de boerderij in 1965 over naar de familie Boel. In 2008 werd de boerderij verkocht aan de familie Van den Bossche.
Hoeve Zwanennest is geen actieve landbouwhoeve meer. De hoeve is omgebouwd tot een particuliere hoeve waar nog verscheidene beesten zoals schapen, eenden, honden en paarden een rustig leven kunnen leiden.
Meldert - Achterstraat 18
Molencauterhoeve van de familie De Croes
Marc De Croes en Greta Ottermans
Deze hoeve dateert al van de vorige eeuw. Gesproken bronnen beweren dat de hoeve in het jaar 1900 gebouwd is. Marc De Croes en Greta Ottermans, de huidige eigenaars, volgden in 1979 Marc’s ouders op. Marc’s ouders Eugeen De Croes en Maria Clauwaert waren zelf ook heel actieve leden in het Pikkeling gebeuren. Eugeen De Croes was 20 jaar lang lid van de raad van bestuur. De volgende generatie stond ook niet stil. De melkveestal van de hoeve werd een succesvol tuinbouwbedrijf, uitgebaat door de zonen Nicky en Kris. Ook zij draaien al van hun kinderjaren mee op de Pikkeling. Ze zitten bij de vlegeldorsers, samen met hun neven, en zorgen voor het vliegend tapijt tijdens het festival. Marc en Greta zetten zich ook al jaren actief in het gebeuren van “Het Belgisch Trekpaard” als boegbeeld op de akker. Tijdens het Vlaams kampioenschap komen ze wel met 180 kolossen naar de keuring.
Hoeve De Croes werd in 2001 voor de eerste keer door de Pikkeling als gasthoeve gebruikt voor het oogsfeest. Gekenmerkt door zijn prachtige oude notelaar in de tuin. Dit was meteen een waardevol gebeuren voor de familie. Kleinzoon Jelte, toen 3 weken oud, werd op het podium onder de kersenboom gedoopt. Later volgden nog de kleinkinderen Jinske (bij Marijke en Robby), Emmelie en Mattis (bij Nicky en Machteld) en kleine Sam (bij Kris en Kelly).
In de tuin van de hoeve langsheen “De Bollebaan” bevindt zich een kappelleke gewijd aan “Onze Lieve Vrouw Lourdes”. Jaarlijks vindt er in de meimaand een lezing plaats voor de buurt.